Ons pensioensysteem bestaat grofweg uit de volgende 5 onderdelen, ook wel pijlers genoemd. In dit blog leest u wat de derde pijler voor pensioen is en hoe u die kunt gebruiken om later te blijven genieten van het leven zoals u dat nu gewend bent.
Officieel bestaat het pensioenstelsel uit 3 pijlers:
In de derde pijler spaart u met een pensioenproduct op een geblokkeerde rekening die uiterlijk tot uitkering moet komen als u de AOW-gerechtigde leeftijd plus 5 jaar heeft bereikt. Bouwt u in de derde pijler pensioen op, dan gelden mogelijk een aantal fiscale voordelen.
De vierde pijler richt zich op vermogen opbouwen (denk aan beleggen of investeren in vastgoed), de vijfde pijler houdt in dat u (deels) blijft doorwerken na uw pensioen.
Het vermogen dat u opbouwt in de vierde pijler is vrij opneembaar. Dat betekent dat als u op uw 60ste met pensioen wilt, u (een deel van) uw vermogen kunt gebruiken om te genieten van uw oude dag. Dit in tegenstelling tot het fiscaal opbouwen van uw pensioen in pijler 1, 2 of 3. Dat geld komt in principe pas tot uitkering als u de AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt.
Dit is het werkgeverspensioen, een collectieve pensioenregeling voor alle medewerkers van een bedrijf. Dat gaat via een pensioenuitvoerder, (bijvoorbeeld een pensioenfonds of een verzekeraar). Vaak zijn er aan het pensioen nog extra verzekeringen gekoppeld voor het risico van arbeidsongeschiktheid of voor een nabestaandenuitkering. De hoogte van uw pensioen hangt onder andere af van uw salaris, uw pensioenregeling en de periode van pensioenopbouw. De uitkering van uw werkgeverspensioen begint als u met pensioen gaat. De uitkering is levenslang.
Naast de AOW en het eventuele werkgeverspensioen kunt u zelf extra pensioen regelen bij een bank of verzekeraar. Heeft u vorig jaar te weinig pensioen opgebouwd, dan heeft u een pensioengat. Met dit pensioengat ontstaat er jaarruimte. Dit is de ruimte waarbinnen u met mogelijk belastingvoordeel uw pensioen mag aanvullen. Heeft u in de afgelopen 10 jaar niet volledig gebruikgemaakt van uw jaarruimte? Dan kunt u mogelijk nog een extra bedrag sparen met belastingaftrek. Dit noemen we reserveringsruimte. Bereken daarom altijd voordat u uw pensioen gaat aanvullen of u reserveringsruimte heeft.
U bepaalt zelf (binnen de fiscale mogelijkheden) wanneer de uitkering moet ingaan. Dit moet uiterlijk voor AOW-leeftijd plus 5 jaar zijn. Ook kiest u in beginsel zelf hoelang de uitkering moet doorlopen (5, 10, 20 jaar, levenslang).
Het werkgeverspensioen in de tweede pijler is een collectieve regeling die in principe verplicht is voor alle medewerkers. Pensioensparen in de derde pijler is geheel vrijwillig, er is geen verplichting tot storten.
Sommige werkgevers bieden geen pensioenregeling. En ondernemers hebben geen werkgever en bouwen dus ook geen werkgeverspensioen in de tweede pijler op. In sommige gevallen zijn er wel verplichte bedrijfstakpensioenfondsen (bijvoorbeeld bij huisschilders). Ondernemers en zzp’ers kunnen wel zelf in de derde pensioenpijler sparen voor een pensioen. Dat kan bijvoorbeeld met de Pensioenaanvulling.
Wilt u berekenen hoeveel pensioen u later krijgt en of dit genoeg zal zijn? Doe dan de Pensioencheck.
Bekijk de telefoonnummers en openingstijden.
Bekijk de telefoonnummers en openingstijden.