De Bank zorgt voor de bewaring van uw beleggingsproducten. Meestal laat de Bank dit door of via anderen doen, zoals een zogenoemde centrale effectenbewaarinstelling (‘CSD’). Hiervoor gaat nieuwe wetgeving geleden. Onderstaand leggen wij graag uit wat dit voor u betekent.
De bank heeft rekeningen geopend bij een CSD. Op deze rekening bewaart de CSD de beleggingsproducten van alle klanten van de bank.
Vanuit nieuwe wetgeving geldt dat er twee manieren zijn waarop de bank deze rekeningen aan kan houden bij de CSD:
als een omnibusaccount, dit is een rekening waarop de CSD beleggingsproducten van alle klanten van de bank administreert (‘OER’);
als een in individueel account, dit een rekening waarop de CSD alleen uw beleggingsproducten administreert (‘IER’).
Deze wetgeving is de zogenoemde verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen ("CSD-verordening").
Uit de CSD-verordening volgt dat de Bank u deze twee manieren van administreren van uw beleggingsproducten moet aanbieden.
Voor de meeste beleggingsproducten geldt de Wet giraal effectenverkeer (‘Wge’). Dat betekent dat de Bank uw beleggingsproducten zo bewaart, dat deze producten niet in het vermogen van de bank vallen. Hierdoor gaan uw beleggingsproducten niet mee in het faillissement van de Bank als de Bank failliet gaat.
Gaat de Bank failliet? Dan zoekt de curator uit wie eigenaar van de beleggingsproducten is, zodat u recht houdt op uw beleggingsproducten. Dit gebeurt op basis van de administratie van de Bank. Door de al bestaande bescherming van de Wge maakt het niet uit, of u uw beleggingsproducten laat administreren op een OER of IER. In beide gevallen zijn uw beleggingsproducten beschermd door de Wge.
Is alles via de Wge beschermd? Nee, in een enkel geval kan het gebeuren dat in de administratie van de Bank meer beleggingsproducten staan dan in de administratie van de CSD. Hierdoor ontstaat er een tekort aan beleggingsproducten en houdt u niet recht op al uw beleggingsproducten. De Wge heeft een regeling (‘tekortenregeling’) die bepaalt wat er gebeurt als er een tekort is. Het tekort wordt gelijk verdeeld over alle klanten die beleggen in deze beleggingsproducten bij de Bank. Het maakt daarbij niet uit of de Bank uw beleggingsproducten op een OER of IER administreert.
Het maakt door de bescherming van de Wge en de daarin opgenomen tekortenregeling voor uw bescherming dus niet uit of de Bank uw beleggingsproducten op een OER of IER administreert. Een IER kan mogelijk er wel voor zorgen dat de curator eerder weet welke beleggingsproducten van u zijn.
De bank administreert standaard uw beleggingsproducten op een OER. De kosten hiervoor zitten al verwerkt in de gebruikelijke kosten van de dienstverlening.
Wilt u dat de Bank uw beleggingsproducten administreert op een IER? Dan zijn hier hogere kosten aan verbonden. Dit komt doordat de Bank extra kosten moet maken. Bijvoorbeeld omdat de Bank extra rekeningen moet openen bij de CSD, haar systemen hierop moet aanpassen en meer administratie bij moet houden. Indien u hierover meer informatie wilt ontvangen kunt u contact met de bank opnemen.
De Bank blijft uw beleggingsproducten op een OER administreren. Behalve als u iets anders met de Bank afspreekt.